Op 22 maart 1965 presenteerde Digital Equipment de PDP-8 voor het eerst op de IEEE-show in New York en het was de eerste computer die op een bureau kon worden geplaatst. Samen met de Teletype als input/output en opslagapparaat was dit de eerste keer dat een ingenieur of wetenschapper een “personal computer”, een “PC”, op zijn of haar werkplek had. Dat de computer zeker bedoeld was voor gebruik op kantoor is te zien aan het zorgvuldig gestileerde ontwerp van de computer: aan de onderkant van de zijkanten een imitatiehout van Resopal, het frontpaneel van echt mineraalglas en in de bovenste structuur van getint plexiglas is het eigenlijke “elektronenbrein” doorschijnend te zien. In de linker helft van het kerngeheugen met een basisconfiguratie van 4K woorden met 12 bit, in de rechterhelft de eigenlijke processor. In het onderste deel achter het frontpaneel bevindt zich de voeding. De “classic-8” is nog steeds gebouwd met discrete transistors (1200 stuks), dus hij behoort tot de 2e computergeneratie.
Onze PDP-8 heeft een Tennetape-1351 drive als extern geheugen.
In maart 1965 waren er al 90 voororders, tot juni 1965 waren de eerste 9 machines geleverd. Op de brochure schreef een bewonderaar ooit: “Meer dan 150 stuks verkocht tot nu toe”. Dergelijke verkoopcijfers waren sensationeel voor die tijd. De pdp-8 computers waren de meest verspreide minicomputers ter wereld. Tussen 1965 en 1968 werden ongeveer 1500 stuks van de “classic-8” geproduceerd.